Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt de heffingsambtenaar terecht een naheffingsaanslag parkeerbelasting oplegt aan X, die zijn auto aan een ander verhuurde.

X is eigenaar van een auto en verhuurt deze aan mevrouw Y tot en met 2 juni 2022. X ontvangt een naheffingsaanslag parkeerbelasting voor de auto. In bezwaar brengt X een kopie van het huurcontract in. Het huurcontract is niet voorzien van een dagtekening. Daarnaast brengt X een whatsappgesprek van 15 juni 2022 in waaruit blijkt dat de huur met 3 dagen wordt verlengd. In beroep brengt X nogmaals een kopie huurcontract in, waaraan is toegevoegd dat de auto tot en met 22 juni 2022 is verhuurd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt de heffingsambtenaar terecht een naheffingsaanslag parkeerbelasting oplegt aan X. Weliswaar brengt X een huurcontract in, er bestaan echter twijfels over de juistheid daarvan. In het whatsappgesprek wordt gesproken over broeder, terwijl het huurcontract op naam staat van een vrouw, de huur is verlengd met 3 dagen en de naheffingsaanslag ziet op een later tijdstip. Daarnaast bevat het huurcontract geen dagtekening en is onduidelijk op welk moment de huurverlenging is afgestemd. De enkele toevoeging van een einddatum in het huurcontract is niet voldoende. De naheffingsaanslag is terecht aan X opgelegd. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 26 juni

24

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen