Rechtbank Noord-Nederland vernietigt de navorderingsaanslag. Er is geen sprake van een fout in de zin van art. 16 lid 2 onderdeel c AWR die via navordering kan worden hersteld.
X doet een aantal maal aangifte IB/PVV 2017. Tegen de definitieve aanslag maakt zij bezwaar. De inspecteur constateert dat deze aanslag te laag is vastgesteld en legt een navorderingsaanslag op. Volgens de inspecteur is de aanslag tot een te laag bedrag vastgesteld door een fout in de automatische verwerking van de vierde en vijfde aangifte. Die fout kan op grond van art. 16 lid 2 onderdeel c AWR via navordering hersteld worden, aldus de inspecteur.
Rechtbank Noord-Nederland vernietigt de navorderingsaanslag. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat X een vijfde aangifte heeft gedaan. De inspecteur heeft van de gestelde vijfde aangifte enkel een systeemprint overgelegd die doet vermoeden dat het om iets anders dan een aangifte gaat. Gelet op andere aanwijzingen in het dossier acht de rechtbank het niet uitgesloten dat de gestelde vijfde aangifte een handeling is geweest van een bezwaarbehandelaar. Zelfs als wel een vijfde aangifte zou zijn gedaan, heeft de inspecteur nog niet aannemelijk gemaakt dat de te lage primitieve aanslag het gevolg is van een fout door de automatische verwerking van de aangiften. Er zitten teveel ongerijmdheden tussen de aangiften, de voorlopige aanslagen en de definitieve aanslag om aannemelijk te achten dat een volledige geautomatiseerde verwerking van een samenvoeging van de vierde en gestelde vijfde aangifte heeft plaatsgevonden.
Lees ook het thema Navordering
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 13 juli