X is eigenaar van een onroerende zaak bestaande uit een benedenverdieping met garage en een dubbele bovenwoning. In geschil is of de heffingsambtenaar het object terecht heeft afgebakend als één WOZ-object.
Rechtbank Den Haag volgt de door de heffingsambtenaar gehanteerde objectafbakening omdat X stelselmatig weigert een inpandige opname toe te staan. De heffingsambtenaar stelt dat het object één WOZ-object is omdat de benedenverdieping geen keuken heeft. Hij baseert deze stelling op de verklaring van X in 2018 in een telefoongesprek met de toenmalige taxateur van de gemeente. Partijen hebben al een aantal jaren over dit geschilpunt geprocedeerd. Om helderheid te verkrijgen, heeft de taxateur X verzocht het object intern te mogen opnemen. X heeft dit geweigerd. De rechtbank heeft, om uit deze impasse te komen, voorgesteld om het object ter plaatse te bekijken. X verklaart echter ook de rechter de toegang tot het object te weigeren. De rechtbank gaat daarom uit van de juistheid van de vastgestelde objectafbakening. Hetgeen X heeft aangedragen over de aan het object toegekende huisnummers en het vervallen van één daarvan, is niet relevant voor de objectafbakening. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 9 juni