De Hoge Raad oordeelt dat de onduidelijkheid die de inspecteur heeft veroorzaakt door op het aanslagbiljet niet allebei de aangekondigde boetes te vermelden, tot gevolg heeft dat de informatie op het aanslagbiljet leidend is.

Belanghebbende, X, is een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. De inspecteur legt naar aanleiding van een boekenonderzoek een naheffingsaanslag omzetbelasting op met een vergrijpboete van € 50.000. In het controlerapport heeft de inspecteur aangekondigd dat twee vergrijpboetes zullen worden opgelegd, gebaseerd op art. 67f respectievelijk art. 10a AWR. Aangekondigd is dat twee boetes van elk € 25.000 zullen worden opgelegd, tot een totaalbedrag van € 50.000. Op het aanslagbiljet van de naheffingsaanslag staat als toelichting dat X reeds is geïnformeerd over de gronden waarop de boete berust, en de boete is gebaseerd op art. 67f AWR. Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat er daarom vanuit moet worden gegaan dat alleen een boete op grond van art. 67f AWR is opgelegd en niet tevens een boete op grond van art. 10a AWR. Het hof vernietigt de boetebeschikking.

De Hoge Raad oordeelt dat de onduidelijkheid die de inspecteur heeft veroorzaakt door op het aanslagbiljet niet allebei de aangekondigde boetes te vermelden, tot gevolg heeft dat de informatie op het aanslagbiljet leidend is. In het controlerapport worden twee boetes aangekondigd, die zijn gebaseerd op verschillende boetebepalingen. Normaal is met een dergelijke mededeling voldaan aan de vormvoorschriften voor het opleggen van boetes. In dit geval is de aankondiging echter gevolgd door een aanslagbiljet waarop slechts één boete staat vermeld. De onduidelijkheid die hierdoor wordt veroorzaakt, maakt dat toch niet wordt voldaan aan de motiveringseisen van art. 67g lid 2 AWR en de artikelen 5:48 en 5:53 Awb. Die onduidelijkheid moet worden weggenomen door voor het beantwoorden van de vraag welke boete is opgelegd, slechts betekenis toe te kennen aan het aanslagbiljet. De Hoge Raad stemt derhalve in met het oordeel van het hof dat alleen een boete ex art. 67f AWR is opgelegd en niet tevens een boete ex art. 10a AWR.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 5:53

Algemene wet bestuursrecht 5:48

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67g

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f

Algemene wet inzake rijksbelastingen 10a

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 10 mei

23

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen