Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aftrek voor onderhoudskosten van monumentenpanden in de aangifte niet worden geaccepteerd omdat X niet voldoet aan zijn bewijslast.

Belanghebbende, X, woont in België en ontvangt in 2018 een bedrag van € 187.386 aan looninkomsten uit Nederland. In zijn aangifte IB/PVV 2018 geeft X een bedrag van € 124.864 aan in verband met aftrek voor onderhoudskosten van monumentenpanden. De inspecteur weigert de verzochte aftrek. In geschil is of de inspecteur het belastbaar inkomen uit werk en woning van X niet te hoog heeft vastgesteld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur het belastbaar inkomen uit werk en woning niet te hoog heeft vastgesteld. Als uitgaven met betrekking tot een monumentenpand kunnen 80% van de drukkende onderhoudskosten in aanmerking komen indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. X maakt echter niet aannemelijk dat hij recht heeft op aftrek van de door hem gestelde kosten. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.31

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 7 december

Informatiesoort: VN Vandaag

211

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen