De heer X is houder van een bestelauto Volkswagen Amarok. In december 2012 wordt bij een controle geconstateerd dat in de auto een achterbank is geplaatst. In geschil is de BPM-naheffingsaanslag van € 22.184, alsmede de 50% boete. Rechtbank Den Haag verlaagt de boete tot € 5.546. X gaat in hoger beroep. Er is uitsluitend nog in geschil of achterbank bij de controle vast was gemonteerd. X stelt dat de bank namelijk los werd vervoerd.
Hof Den Haag oordeelt dat de naheffing onterecht is omdat uit het controleverslag niet blijkt van een vast gemonteerde achterbank en dat de toen gemaakte foto's daar evenmin uitsluitsel over geven. Aangezien X vanaf het begin uitdrukkelijk heeft betwist dat de achterbank vast in de cabine was gemonteerd, is het vreemd dat nimmer aan de controle-ambtenaren is gevraagd over de staat waarin de achterbank werd aangetroffen. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 1
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 25 januari