Hof Amsterdam volgt de rechtbank in het oordeel dat ook zonder verzendrapportage van de aanslag IB/PVV 2004 de inspecteur het bewijsvermoeden heeft geleverd dat de aanslag is ontvangen. Belanghebbende slaagt er niet in om dat vermoeden te ontzenuwen. De ontkenning van de ontvangst is volgens rechtbank en hof evident ongeloofwaardig. De aanslag is daarom ook binnen de aanslagtermijn vastgesteld en bekend gemaakt.
De inspecteur wijkt af van de door X ingediende aangifte IB/PVV 2004. Meerdere voormalig gemachtigden van X hebben contact met de inspecteur c.q. ontvanger over onder andere afgegeven dwangbevelen, exploten, de betalingsachterstand, een middelingsverzoek en een kwijtscheldings- en saneringsverzoek ter zake van de aanslag IB/PVV 2004.
Jaren na de vaststelling van de aanslag komt X in bezwaar. De inspecteur verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk. X komt daartegen in beroep en ontkent dat hij de aanslag heeft ontvangen. Het lukt de inspecteur door tijdsverloop en een systeemovergang niet meer om de bekendmaking van de aanslag te onderbouwen met een verzendrapportage.
Hof Amsterdam volgt de rechtbank in het oordeel dat ook zonder verzendrapportage van de aanslag IB/PVV 2004 de inspecteur het bewijsvermoeden heeft geleverd dat de aanslag is ontvangen. Belanghebbende slaagt er niet in om dat vermoeden te ontzenuwen. De ontkenning van de ontvangst is volgens rechtbank en hof evident ongeloofwaardig. De aanslag is daarom ook binnen de aanslagtermijn vastgesteld en bekend gemaakt. Hoger beroep ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:8
Algemene wet bestuursrecht 3:41
Algemene wet bestuursrecht 3:40
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 21 maart