Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep met betrekking tot de oninbare vordering dat hierover in het verleden al een bindend compromis was gesloten. De betreffende IB-aanslag is conform dat compromis opgelegd en de aanslag staat onherroepelijk vast.

Belanghebbende, de heer X, is belastingadviseur en drijft als zodanig een aangifte- en adviespraktijk. In geschil is de afwikkeling van een (oninbare) vordering van € 56.350 (inclusief btw). Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt X in het ongelijk. X gaat in hoger beroep. Volgens X moet € 47.352 in mindering komen op het inkomen van 2011 of mogelijk een ander jaar. Op de zitting geeft X te kennen dat hij aangifte wil doen van ambtsmisdrijven van de Belastingdienst, met het verzoek deze aangifte door te geleiden naar de Officier van Justitie.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt met betrekking tot de oninbare vordering dat hierover in het verleden al een bindend compromis was gesloten, zijnde een afboeking van € 24.200 in 2008. De betreffende IB-aanslag is conform dat compromis opgelegd en de aanslag staat onherroepelijk vast. Volgens X is sprake van dwaling omdat geen melding was gemaakt van het voornemen om over 2010 tot en met 2012 een boekenonderzoek bij hem in te stellen. Dit is echter geen geldige reden om op het - volgens X 'voorlopige' - compromis terug te komen. Het vermoeden van X dat de Belastingdienst ambtsmisdrijven begaat, valt niet onder de meldingsplicht van art. 162 Wetboek van Strafvordering. X zal dus zelf aangifte moeten doen bij de politie of het Openbaar Ministerie. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Strafrecht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 1 november

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen