De Staatssecretaris van Financiën keurt goed dat de aftrek van uitgaven ook openstaat voor monumentenpanden gelegen op het grondgebied van een andere lidstaat van de Europese Unie of een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de EER. 

Besluit Staatssecretaris van Financiën, 2 juli 2015, nr. BLKB/2015/762M, Stcrt. 2015, 18975  

De panden moeten verband houden met het Nederlands cultureel erfgoed, hetgeen moet zijn erkend door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Ook moet aan de voorwaarden van art. 6.31 Wet IB 2001 zijn voldaan. De goedkeuring geldt vanaf 18 december 2014. Op die dag oordeelde het Hof van Justitie EU (C-87/13, V-N 2015/3.5) dat aftrek van uitgaven voor monumentenpanden die in Nederland zijn gelegen, ook open moet staan voor eigenaren van monumentenpanden die op het grondgebied van een andere lidstaat zijn gelegen en verband houden met het Nederlands cultureel erfgoed. De goedkeuring loopt vooruit op een wijziging van de Wet IB 2001. De goedkeuring is opgenomen als wijziging van het besluit van 7 september 2009, nr. CPP2009/1290M, V-N 2009/47.18.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 7 juli

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen