Hof Amsterdam oordeelt dat X bv beschikt over een continu herinvesteringsvoornemen. X bv heeft dit herinvesteringsvoornemen namelijk neergelegd in directiebesluiten, en in 2006 voor circa € 3,6 mln geïnvesteerd in onroerende zaken. Het hof vernietigt de navorderingsaanslag.

A is dga van belanghebbende, X bv. X bv vormt samen met Y bv een f.e. voor de VPB. De activiteit van Y bv is het beleggen in woningen voor de sociale verhuur. In 2005 verkoopt Y bv verhuurde woningen aan A, en aan zijn kinderen. Een aantal woningen wordt binnen vijf jaren met flinke winsten doorverkocht. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur een VPB-navorderingsaanslag 2005 op, waarbij hij de winst corrigeert. X bv wil deze winstcorrectie aan de HIR toevoegen. Hof Den Haag oordeelt dat de gecorrigeerde winst niet kan worden toegevoegd aan de HIR van X bv. Volgens het hof is er namelijk geen sprake van een herinvesteringsvoornemen. Het hof overweegt daarbij dat al vaststaat dat de winst aan A en zijn kinderen zal worden uitgekeerd, hetgeen een herinvesteringsvoornemen volgens het hof uitsluit. X bv gaat in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat het feit dat de middelen niet langer voor herinvestering beschikbaar zijn, niet betekent dat een voornemen tot herinvestering niet aanwezig is. De Hoge Raad wijst er daarbij op dat er aanwijzingen kunnen bestaan dat wel degelijk een voornemen tot herinvestering (uit andere middelen) bestaat. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Amsterdam.

Hof Amsterdam oordeelt dat X bv aannemelijk maakt dat zij ultimo 2005 beschikte over het vereiste herinvesteringsvoornemen, ook voor zover sprake was van door haar niet-aangegeven uitgedeelde winst. Het hof wijst er daarbij op dat uit de investeringen die X bv in 2005 en 2006 heeft gedaan, blijkt dat X bv beschikt over een continu herinvesteringsvoornemen in voor belegging bestemde onroerende zaken. Ook acht het hof van belang dat X bv het herinvesteringsvoornemen heeft neergelegd in directiebesluiten. Aangezien vaststaat dat X bv in 2006 voor circa € 3,6 mln heeft geïnvesteerd in onroerende zaken, vernietigt het hof uiteindelijk de navorderingsaanslag.

Lees ook het thema Herinvesteringsreserve: onbelaste boekwinst voor herinvesteren in nieuwe bedrijfsmiddelen

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.54

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 19 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen