A-G Ettema is van mening dat het verlenen van toegang tot het park en de gelegenheid geven tot parkeren twee zelfstandige prestaties zijn.

Belanghebbende, Stichting X, exploiteert een groot natuurpark en een museum. Het park beslaat ruim 5.400 hectare bos, heidevelden, grasvlakten en zandverstuivingen. Bezoekers mogen met hun auto het park in als zij € 6 extra betalen. Bij de toegangen kunnen bezoekers hun auto's ook tegen betaling van € 2 parkeren. In geschil is of voor het parkeren het lage btw-tarief van 6% geldt. Volgens X is het parkeren een bijkomende dienst, die opgaat in de hoofdprestatie, zijnde het tegen betaling toegang verlenen tot het park (€ 8,20 per persoon) en die is belast naar het 6% tarief. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is het bieden van gelegenheid tot parkeren echter een zelfstandige prestatie, die niet bijkomend is ten opzichte van het verlenen van toegang tot het park (zie HvJ EU 11 juni 2009, nr. C-572/07,V-N 2009/29.17). Het parkeren is dus belast tegen het algemene tarief. X gaat in cassatie.

Advocaat-Generaal Ettema is van mening dat het verlenen van toegang tot het park en de gelegenheid geven tot parkeren twee zelfstandige prestaties zijn. Gelet op de HvJ EU rechtspraak geeft het oordeel van het hof geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Een kenmerkend element in diverse arresten is namelijk de vraag of één prijs of twee afzonderlijke prijzen in rekening worden gebracht. In casu worden twee bedragen in rekening gebracht (€ 2 per auto en € 8,20 entree per persoon). Dit is een indicatie dat het gelegenheid geven tot parkeren moet worden onderscheiden van het verlenen van toegang tot het park. Een andere belangrijke indicatie is dat de bezoekers zelf kunnen kiezen en/of zelf kunnen bepalen of bepaalde goederen of diensten worden gebruikt. Tegen betaling van € 6 mag de auto namelijk ook mee het park in. X beroept zich volgens de A-G vergeefs op het gelijkheidsbeginsel. Het parkeren bij kamp-, hotel-, pension- en vakantiebestedingsbedrijven (Besluit van 27 oktober 2011, nr. BLKB2011/26M, V-N 2011/63.19) duurt normaal gesproken langer en ook 's nachts. Bovendien worden de auto's in casu niet gebruikt als trek- of vervoermiddel van kampeerspullen. De A-G concludeert ook voor het overige tot ongegrondverklaring van het beroep van X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 19 februari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen