Advocaat-generaal Wattel is het niet eens met het oordeel van Hof Amsterdam dat de opwaardering van de vordering evenredig toegerekend kan worden aan zakelijke en concernmotieven.

Belanghebbende, X bv, is moedervennootschap van een fiscale eenheid waartoe ook haar dochter-vennootschap C behoort. Deze C verkoopt producten aan E in Spanje. X bv gaat over tot afwaardering van een vordering van C op E, die financieel in zwaar weer verkeert. Hierna wordt E opgekocht door een Amerikaanse zustervennootschap van X bv (D) die daarbij de voldoening van de vordering van C garandeert. X bv besluit de vorderingen commercieel weer op te waarderen maar laat dit fiscaal achterwege, omdat de opwaardering volgens haar in de kapitaalsfeer valt. Hof Den Haag oordeelt echter dat de opwaardering behoort tot de belastbare winst. De Hoge Raad casseert de hofuitspraak. Het verwijzingshof moet opnieuw onderzoeken of het voordeel dat C heeft ontleend aan de garantstelling door D geheel of ten dele zijn grond vindt in haar vennootschappelijke betrekkingen, rekening houdend met de zakelijke belangen van D onderscheidenlijk C bij het financieel overeind houden van E. Hof Amsterdam acht het aannemelijk dat de garantstelling en het daarmee gepaard gaande voordeel van X bv in enige mate zijn grond vindt in de vennootschappelijke betrekkingen. Het hof rekent het voordeel uit de garantiestelling gedeeltelijk tot de belastbare winst. Het hof stelt de mate waarin het voordeel grond vindt in de vennootschappelijke betrekkingen in goede justitie vast.

Advocaat-generaal Wattel is het niet eens met het oordeel van Hof Amsterdam dat de opwaardering van de vordering evenredig toegerekend kan worden aan zakelijke en concernmotieven. Hoewel de verwijzingsopdracht van de Hoge Raad anders suggereert, gaat de A-G er vanuit dat pro rata-toerekening aan motieven (nog steeds) niet mogelijk is. De A-G adviseert de Hoge Raad om de cassatieberoepen van beide partijen gegrond te verklaren en de zaak te verwijzen voor onderzoek naar welke garantie gegeven zou zijn in ongelieerde verhoudingen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 19 februari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen