Hof Den Haag beslist dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij recht heeft op een restant persoonsgebonden aftrek, uitbetaling van de algemene heffingskorting, jonggehandicaptenkorting en/of hogere verliesverrekening.

X maakt bezwaar tegen de definitieve aanslag ib/pvv 2015. In het bezwaarschrift deelt X mee dat hij een fiscaal partner heeft, dat hij in aanmerking wil komen voor aftrek van de jonggehandicaptenkorting en het restant persoonsgebonden aftrek van € 200 en dat hij uitbetaling wenst van de algemene heffingskorting. Het bezwaar wordt afgewezen. Nadien dient X een nieuw ingevuld aangifteformulier in waarop hij onder meer een bedrag van € 10.000 aan te verrekenen verliezen over de jaren 2006 tot en met 2014 heeft opgevoerd. Dit vanwege terugbetalingen van ten onrechte genoten bijstandsuitkeringen aan de gemeente. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. X komt in hoger beroep.

Volgens Hof Den Haag heeft X niet aannemelijk gemaakt dat hij recht heeft op een hogere aftrek specifieke zorgkosten of dat een restant persoonsgebonden aftrek over eerdere jaren resteert dan wel dat hij recht heeft op andere heffingskortingen dan de algemene heffingskorting die door de inspecteur reeds is toegepast. Wel resteert over de jaren 2010 tot en met 2015 een bedrag van € 53 aan negatief loon vanwege terugbetaling van teveel genoten uitkeringen aan de gemeente. Dat moet nog in de aanslag ib/pvv 2015 verwerkt worden. In die zin is het hoger beroep gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 7 februari

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen