Belanghebbende, X, is stille maat in een maatschap die tezamen met een bv een VOF opricht, welke laatste als doel heeft een speelfilm te financieren, produceren en exploiteren. De film wordt in 2018 uitgebracht. Met 39.896 bezoekers is de film een flop. Over de jaren 2017-2020 worden slechts verliezen geleden. X geeft zijn aandeel in het maatschapsverlies over 2017 in zijn IB-aangifte aan. De inspecteur accepteert het verlies niet. Er is volgens hem geen sprake van een bron van inkomen.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat er wel degelijk sprake is van een bron van inkomen in 2017. Er is namelijk sprake van een objectieve voordeelsverwachting. Dat die verwachting naderhand niet uitkwam doet daar niet aan af. De voordeelsverwachting wordt gerechtvaardigd doordat onder andere sprake was van een goede regisseur, een bekende auteur van het onderliggende boek, vooraf verkochte uitzendrechten, goede verwachtingen van de filmdistributeur en investeringen van derden. Het beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 14 februari