Belanghebbende (eenmanszaak) exploiteert een seksinrichting. Bij een boekenonderzoek over de jaren 2012 en 2013 is geconstateerd dat niet alle omzet en gewerkte uren in de administratie zijn verwerkt. Boekhoudkundig is een negatieve kas geconstateerd, welke met privéstortingen zijn gecorrigeerd. De omzet wordt steeds 50/50 verdeeld tussen belanghebbende en de werkneemster. De Belastingdienst legt naheffingsaanslagen BTW en loonheffingen op, met – na bezwaar – 25% boete. Voordat de zitting bij de rechtbank plaatsvindt, overlijdt belanghebbende.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd op basis van de negatieve kas. Vanwege het overlijden van belanghebbende worden de boetebeschikkingen vernietigd. De rechtbank acht de stelling dat de privéstortingen ter compensatie van de negatieve kas afkomstig zijn van een hypothecaire lening uit 2009 volstrekt ongeloofwaardig.
De naheffingsaanslagen BTW worden verminderd overeenkomstig het nadere standpunt van de inspecteur.
De naheffingsaanslagen loonheffingen zijn terecht opgelegd op basis van het anoniementarief, omdat niet bekend is welke individuele werkneemsters welke bedragen hebben ontvangen. De rechtbank stelt de naheffingsaanslagen vast conform het standpunt van de inspecteur, omdat de inspecteur geen verminderingsbeschikkingen heeft overgelegd.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 8
Wet op de loonbelasting 1964 26a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 8 december