Hof Arnhem-Leeuwarden stemt in met het oordeel van Rechtbank Noord-Nederland dat het beroep van X wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk is. Het hof acht niet aannemelijk dat de psychische problemen van X van dien aard waren dat hij niet in staat was een rechtsmiddel in te dienen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
X reageert bij de inspecteur op een uitspraak op bezwaar van 7 april 2015 die op 21 juli 2015 bij de inspecteur binnenkomt en het als beroepschrift doorstuurt naar de rechtbank. In geschil is de ontvankelijkheid van het beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/29.1.4) stemt in met het oordeel van Rechtbank Noord-Nederland dat het beroep van X wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk is. De verklaring van X dat hij de uitspraken op bezwaar niet heeft ontvangen, acht het hof niet geloofwaardig, omdat hij bij de rechtbank hierover anders heeft verklaard. X' beroep is buiten de termijn ingekomen. X stelt dat hij al binnen de beroepstermijn een beroepschrift heeft ingediend, maar maakt deze stelling niet aannemelijk. De termijnoverschrijding is niet verschoonbaar. Het hof acht niet aannemelijk dat de psychische problemen van X van dien aard waren dat hij niet in staat was een rechtsmiddel in te dienen. Daarbij komt dat X in beroep werd bijgestaan door een advocaat die wel met de inspecteur heeft gecorrespondeerd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
Lees ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 16 september