De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Omtzigt (CDA) over het bericht "Belastingwijziging benadeelt grensarbeiders uit België en Duitsland" in het Financieele Dagblad van 11 december 2017. Hij zegt dat het een maatregel betreft die op 1 januari 2019 ingaat en dat die maatregel tot doel heeft te voorkomen dat buitenlandse belastingplichtigen via de loonheffing het belastingdeel van heffingskortingen ontvangen waarop zij in de inkomstenbelasting geen recht hebben.
Alleen de circa 130.000 kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen hebben recht op dezelfde heffingskortingen als binnenlandse belastingplichtigen. Zij kunnen deze heffingskortingen via de aangifte inkomstenbelasting achteraf te gelde maken. Maar zij kunnen de heffingskortingen na het invullen van het programma voorlopige aanslag ook via een voorlopige aanslag inkomstenbelasting gedurende het kalenderjaar te gelde maken.
In verband met controle- en invorderingsmogelijkheden is er nu voor gekozen om met ingang van 1 januari 2019 bij buitenlandse belastingplichtigen waarbij nog niet eerder is vastgesteld dat zij kwalificerende buitenlandse belastingplichtige zijn (zogenoemde ‘nieuwe' gevallen), de heffingskortingen niet via een voorlopige aanslag gedurende het lopende kalenderjaar uit te betalen. Pas na afloop van een jaar kunnen zij de heffingskortingen via de definitieve aanslag inkomstenbelasting te gelde maken. Is voor één jaar vastgesteld dat iemand een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige is en de omstandigheden (waaronder bijvoorbeeld het dienstverband) zijn niet gewijzigd, dan kan de heffingskorting vervolgens via de voorlopige aanslag in daaropvolgende jaren tijdens het lopende jaar worden uitbetaald. Voorlopige aanslagen kunnen automatisch worden gecontinueerd. De aanvraag hoeft dus niet elk jaar opnieuw te worden gedaan.
Inwoners van België evenwel kunnen direct bij aanvang van de buitenlandse belastingplicht een voorlopige aanslag inkomstenbelasting aanvragen. Dat kan op grond van de in het belastingverdrag met België opgenomen specifieke non-discriminatiebepaling. Voor hen is er geen beletsel om heffingskortingen waar zij op grond van het verdrag recht hebben al gedurende het eerste jaar dat zij inkomen uit Nederland verkrijgen via een voorlopige aanslag te verlenen. Voor inwoners van Duitsland geldt die uitzondering niet. Duitsland heeft nl. in het belastingverdrag niet een specifieke non-discriminatiebepaling willen opnemen.
De Belastingdienst zal in het laatste kwartaal van 2018 de betrokkenen informeren over de gevolgen van de maatregel. Zij kunnen dan nog tijdig voor 2019 hun voorlopige aanslag aanpassen. Ook de werkgevers zullen worden ingeschakeld bij de informatievoorziening.
Lees ook het thema Buitenlandse belastingplicht in de inkomstenbelasting en Grensoverschrijdende arbeid: wonen in Nederland, werken in het buitenland.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 23 januari