Belanghebbende, X, is huurder van een huurwoning in de vrije sector in de gemeente Amsterdam. Hij krijgt van de gemeente een WOZ-beschikking waartegen hij bezwaar maakt. In geschil is of de heffingsambtenaar het bezwaar van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Rechtbank Amsterdam oordeelt dat huurders van woningen in de vrije sector zoals X niet in bezwaar en beroep kunnen gaan tegen een WOZ-beschikking. De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van X tegen de WOZ-beschikking terecht niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van belang. X heeft namelijk geen belang als bedoeld in art. 28 lid 1 tweede volzin van de Wet WOZ, omdat hij door de WOZ-beschikking niet in zijn individuele belang wordt geraakt. Dit belang doet zich onder meer voor bij huurwoningen in de sociale huursector. In het wettelijk waarderingsstelsel voor huurwoningen in die sector is de hoogte van de WOZ-waarde namelijk van invloed op de waardering van de woonruimte. X huurt echter een woning in de vrije sector waar dat niet het geval is. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 28
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Amsterdam
Editie: 23 januari