Belanghebbende, X bv, is een full service hovenier die ook bestraat- en grondwerk doet. In geschil is of zij moet worden ingedeeld in premiesector 1 (Agrarisch bedrijf) of premiesector 3 (Bouwbedrijf). Hof Den Haag overweegt dat een samengestelde onderneming zoals die van X bv wordt ingedeeld in de sector waartoe de werkzaamheden behoren waarvoor zij als werkgever in de regel het grootste bedrag aan premieplichtig loon betaalt of vermoedelijk zal betalen (art. 96, tweede lid Wfsv). Volgens het hof moeten de werkzaamheden van niet bij X bv in dienst zijnde derden niet worden meegeteld. X bv wordt vervolgens voor de sectorindeling als een hoveniersbedrijf aangemerkt. Naar aanleiding van het beroep in cassatie van de staatssecretaris heeft Advocaat-Generaal (A-G) Wattel een conclusie genomen.
Volgens de A-G wordt de keuze tussen de twee sectoren bepaald door de verdeling over die sectoren van het door X bv als werkgever aan haar werknemers betaalde premieplichtige loon. De werkzaamheden en het loon van de niet bij X bv in dienst zijnde dga van de Holding worden daarbij dus niet meegeteld. De A-G adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep ongegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Wet financiering sociale verzekeringen 96, lid 2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Premieheffing
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 23 januari