Belanghebbende, X neemt als proefpersoon deel aan medicijnonderzoek van een onderzoeksinstituut. X ontvangt daarvoor vergoedingen van respectievelijk € 8517 in het jaar 2012 en € 2231 in het jaar 2013. De inspecteur rekent deze bedragen, na aftrek van daarin begrepen vergoedingen voor reiskosten, tot het resultaat uit overige werkzaamheden (hierna: row) van X. De rechtbank is het met de inspecteur eens. X komt in hoger beroep tegen de hem opgelegde (navorderings-)aanslagen ib/pvv.
Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat de vergoedingen voor de deelname als proefpersoon aan medicijnonderzoeken als resultaat uit overige werkzaamheden belast is. Daaraan doet niet af dat het onderzoeksinstituut de vergoedingen mogelijk als 'studievergoedingen' kwalificeert. Het ter beschikking stellen van het lichaam voor het ondergaan van de proeven is een dienst. De daarvoor ontvangen vergoedingen behoren tot het belastbare inkomen uit werk en woning omdat X daarmee deelneemt aan het economische verkeer en de vergoeding redelijkerwijze kan worden verwacht. Ook is het aannemelijk dat X met zijn deelname aan de onderzoeken de vergoeding heeft beoogd. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 23 januari