Hof Amsterdam beslist dat X, die aan obesitas lijdt, niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in het jaar 2014 een dieet heeft gevolgd of dat hij dat jaar extra uitgaven voor kleding heeft gemaakt.

X heeft obesitas. In zijn aangifte ib/pvv 2014 heeft X een bedrag aan specifieke zorgkosten opgenomen. De inspecteur corrigeert deze aftrekpost. Het beroep van X wordt ongegrond verklaard. In hoger beroep zijn onder andere de kosten voor een vetstofwisselingsstoornisdieet en de extra kosten voor kleding en beddengoed nog in geschil.

Volgens Hof Amsterdam heeft X ook in hoger beroep niet bewezen dat hij extra uitgaven voor kleding heeft gehad. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat op hem hogere kledinguitgaven hebben gedrukt dan belastingplichtigen die niet aan obesitas lijden, maar overigens wat financiële en gezinsomstandigheden betreft in dezelfde positie verkeren. De enkele stelling van X dat hij vanwege zijn obesitas specifieke, duurdere kleding heeft moeten aanschaffen, is daarvoor onvoldoende. Verder beslist het hof dat de in beroep en hoger beroep overgelegde verschillende dieetverklaringen, die na afloop van het belastingjaar zijn opgemaakt en overgelegd, niet aan de vereisten van art. 37 Uitv.reg. IB 2001 voldoen. Begin- en einddata zoals wettelijk voorgeschreven ontbreken. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij in het jaar 2014 de door hem gestelde diëten heeft gevolgd. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 37

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 23 januari

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen