Belanghebbende, X bv, is eigenaar en exploitant van een recreatiepark in de gemeente Arnhem. In geschil is of het park voor de OZB aangemerkt moet worden als woning of niet-woning. Voor woningen geldt een lager tarief voor de eigenarenbelasting en een vrijstelling in de gebruikersbelasting OZB. Het geschil spitst zich toe op het antwoord op de vraag of de jaarplaatsen op het park dienen als woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden als bedoeld in art. 220a Gemeentewet.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de zogeheten jaarplaatsen op het recreatiepark van X bv volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. De heffingsambtenaar maakt niet aannemelijk dat de recreatieve onderkomens op de jaarplaatsen als roerende zaken moeten worden aangemerkt en daarmee niet tot woning kunnen dienen. Er is geen wezenlijk onderscheid tussen deze onderkomens en de door X bv zelf geëxploiteerde onderkomens. Nu de jaarplaatsen volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden, moet het gehele recreatiepark als woning worden aangemerkt. De rechtbank vernietigt de aanslag OZB gebruikersbelasting en vermindert de aanslag OZB eigenarenbelasting naar het tarief voor woningen. Het beroep van X bv is gegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 7 februari