De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de regeling beslagvrije voet vastgesteld en in de Staatscourant gepubliceerd. De regeling treedt 1 januari 2021 in werking.

Verschillende onderdelen noodzakelijk voor de uitvoering van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet (V-N 2017/20.19) vinden in deze regeling hun nadere uitwerking. Meer specifiek gaat het om:

  • de vaststelling van de factor, waarmee de beslagvrije voet dient te worden vermenigvuldigd indien de geëxecuteerde buiten Nederland een vaste woon- of verblijfplaats heeft;

  • de vaststelling van de modelmededeling, bedoeld in art. 475i lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

  • nadere regels, waaronder de aansluit- en gebruiksvoorwaarden, voor de door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geboden ondersteuning, bedoeld in art. 8 van het Besluit beslagvrije voet; en

  • het bepalen van de gegevens die het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) verstrekt ten behoeve van het vaststellen van de beslagvrije voet, de aard van de periodieke inkomsten van de schuldenaar en diens eventuele echtgenoot of de identiteit van degene die periodieke betalingen aan de schuldenaar verricht.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Editie: 9 december

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen