In verband met de aanschaf van zonnepanelen in 2003 verzoekt X pas op 19 september 2018 om BTW-teruggaaf. De teruggaaf van € 5081 wordt verleend, maar het verzoek om vergoeding van heffingsrente over de periode 31 december 2003 - 4 maart 2019 wordt afgewezen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X in verband met de BTW-teruggaaf geen recht heeft op vergoeding van heffingsrente. Wel bestaat recht op vergoeding van belastingrente. Voor het verzoek om vergoeding van heffingsrente geldt dat uit het overgangsrecht volgt dat art. 30f (tekst 2003) AWR niet van toepassing is omdat de BTW-teruggaafbeschikking geen betrekking heeft op vóór 1 januari 2012 reeds bestaande belastingschulden. Omdat de teruggaafbeschikking niet is vastgesteld binnen 8 weken na de ontvangst van het verzoek om die beschikking, bestaat recht op vergoeding van belastingrente over het tijdvak van 4 december 2018 tot 10 januari 2019. Het hoger beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30f
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30ha
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 21 februari