De Hoge Raad oordeelt dat Het bezwaar keert zich tegen “de aanslag gemeentelijke heffingen” zonder enige specificatie of motivering, zodat niet is voldaan aan de bezwaareisen. X is voldoende in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen.

Aan X is door de gemeente een gecombineerde aanslag opgelegd, bestaande uit de aanslag afvalstoffenheffingen, de extra kosten van grotere containers voor restafval en GFT, de OZB-aanslag, de WOZ-beschikking en de aanslag rioolheffing. X gaat pro forma in bezwaar tegen “de aanslag gemeentelijke heffingen”. De heffingsambtenaar stuurt X twee keer een rappel om de gronden aan te vullen en verklaart het bezwaar, na niets te hebben ontvangen, vervolgens niet-ontvankelijk. Volgens Hof ’s-Hertogenbosch heeft X niet aangegeven tegen welk onderdeel zijn bezwaar is gericht en is ter zake van dit verzuim niet de mogelijkheid tot herstel geboden. De gemeente gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat het bezwaar zich keert tegen “de aanslag gemeentelijke heffingen” zonder enige specificatie of motivering, zodat niet is voldaan aan de bezwaareisen (art. 6:5 lid 1 aanhef en onderdelen c en d Awb). X is voldoende in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen (art. 6:6 Awb) en het hof heeft dit miskend. Het beroep van de gemeente is gegrond. Het bezwaar is niet-ontvankelijk.

Lees ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:6

Algemene wet bestuursrecht 6:5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 21 februari

41

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen