De Staatssecretaris van Financiën vindt dat parallelimport in de Europese interne markt op zichzelf een normaal fenomeen is maar hij vindt ook dat de mate waarin de parallelimport zich nu voordoet, de grenzen van een natuurlijk handelsvolume lijkt te overstijgen. Hij voegt daaraan toe dat de toename van de parallelimport en de mogelijkheden die het BPM-systeem biedt om, als gevolg van Nederlandse jurisprudentie met betrekking tot de Europese interne marktregels, de BPM te ontwijken, het kabinet zorgen baren. Ondanks een reeks aan wettelijke maatregelen die de afgelopen jaren genomen zijn, kunnen geïmporteerde tweedehandsauto's goedkoper worden aangeboden dan niet-parallel geïmporteerde auto's. Dit verstoort de Nederlandse automarkt en erodeert de belastinginkomsten. Het kabinet acht deze ontwikkelingen onwenselijk. De staatssecretaris is van mening dat de meeste mogelijkheden om BPM-ontwijking tegen te gaan, stuk lopen op de Europese interne marktregels. Vanwege deze Europese regelgeving en de zeer strikte uitleg daarvan in de Nederlandse jurisprudentie, is de ruimte om deze problematiek met aanvullende maatregelen aan te pakken beperkt.
Het financiële voordeel van parallelimport is een optelsom van onder meer prijsverschillen door vraag en aanbod maar ook van prijsverschillen als gevolg van de betwistbare waarde van een gebruikte auto. Dit laatste is relevant voor berekening van de verschuldigde BPM en maakt het mogelijk om BPM te ontwijken. Onbekend is hoe groot de derving als gevolg van deze ontwijking is.
Dit heeft De Staatssecretaris van Financiën onder meer geantwoord op vragen van de vaste commissie voor Financiën over zijn brief van 10 mei 2017 over voorlichting aan immigranten over de MRB-plicht en over zijn besluit van 30 maart 2017 na het Wob-verzoek om informatie over de parallelimport van auto's in 2016.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 17 oktober