Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking gemeenten en waterschappen te Roermond een aanslag toeristenbelasting mocht opleggen voor het verblijf van de buitenlandse werknemers van X bv. 

Belanghebbende, X bv, exploiteert een uitzendbureau en draagt zorg voor het verblijf van haar buitenlandse werknemers in drie tot haar beschikking staande panden. In geschil is of X bv toeristenbelasting is verschuldigd voor het verblijf van de werknemers.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking gemeenten en waterschappen te Roermond een aanslag toeristenbelasting mocht opleggen voor het verblijf van de buitenlandse werknemers van X bv. Van schending van het vrije verkeer van werknemers zoals vervat in art. 45 van het VWEU is geen sprake. Evenmin heeft de gemeente het gelijkheidsbeginsel geschonden door studenten en asielzoekers buiten de heffing van toeristenbelasting te houden. Voor beide vrijstellingen heeft de gemeente een goede rechtvaardiging aangevoerd. Ook het standpunt van X bv dat de gemeente forensenbelasting had moeten heffen in plaats van toeristenbelasting, wordt door het hof verworpen. Het hof overweegt dat de gemeente in 2010 nog geen forensenbelasting kende en in 2011 enkel ‘het beschikbaar houden voor zich van een gemeubileerde woning' als belastbaar feit heeft aangemerkt voor deze belasting en hiervan is in het onderhavige geval geen sprake. Nu de toeristenbelasting een algemeen dekkingsmiddel is, kan van détournement de pouvoir evenmin sprake zijn.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 224

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 4 oktober

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen