X nv is statutair gevestigd op Curaçao. Feitelijk is de onderneming van X nv gevestigd in Nederland. De onderneming houdt zich bezig met houdster- en/of financieringsactiviteiten. Met ingang van 12 juli 1990 is A enig aandeelhouder en enig bestuurder van X nv. A houdt tevens alle aandelen in E bv. E bv houdt de helft van alle aandelen in F bv. X bv heeft een vordering op A en een vordering op F bv. X nv heeft, ook na daartoe te zijn uitgenodigd en te zijn aangemaand, voor het jaar 2015 geen aangifte VPB gedaan. Op 5 maart 2018 kondigt de inspecteur een ambtshalve aanslag aan. Op 14 maart 2018 ontvangt de inspecteur alsnog de aangifte VPB 2015 naar een belastbare winst van -/- 32.828. In de aangifte is een buitengewone last aangegeven van -/- 34.978, die ziet op de afwaardering van een vordering op een gelieerde vennootschap. De ambtshalve aanslag VPB 2015 is op 18 maart 2018 vastgesteld zonder rekening te houden met de aangifte. Na in gebreke te zijn gesteld doet de inspecteur uitspraak op bezwaar. Daarbij neemt hij de buitengewone last niet in aanmerking en neemt een extra renteopbrengst in aanmerking van 27.313. De inspecteur laat de boete in stand vanwege het stelselmatig verzuim. In geschil is of de uitspraak op bezwaar formeel en materieel correct is.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur op de juiste wijze uitspraak op bezwaar heeft gedaan. De inspecteur is geen dwangsom verschuldigd. Tevens oordeelt de rechtbank dat de renteopbrengst wordt verminderd naar een rente berekend over het gemiddelde saldo van de uitstaande vorderingen. De afwaardering van de vordering komt niet in mindering op de winst omdat deze onvoldoende is onderbouwd. De verzuimboete blijft in stand vanwege het stelselmatig verzuim.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:12
Algemene wet bestuursrecht 7:10
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 6 november