Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar in de uitspraak op bezwaar het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel niet heeft geschonden.

X is het niet eens met de beslissing van Rechtbank Oost-Brabant om hem geen proceskostenvergoeding toe te kennen in een WOZ-procedure.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar in de uitspraak op bezwaar het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel niet heeft geschonden. De heffingsambtenaar is ingegaan op de gronden van het bezwaar waarbij hij tevens uiteen zet waarom hij daarin geen aanleiding ziet de WOZ-waarde te verlagen. Met het taxatieverslag heeft de heffingsambtenaar inzichtelijk gemaakt van welke objectkenmerken hij is uitgegaan en welke waarde hij daaraan heeft toegekend. Naar het oordeel van het hof is daarom geen sprake van een situatie waarin X beroep heeft moeten instellen om de onderbouwing van de WOZ-waarde te achterhalen. Weliswaar heeft de heffingsambtenaar pas in de beroepsfase gebruik gemaakt van gegevens van een eerdere inpandige opname en enkele objectkenmerken en de daaraan toegekende waarde bijgesteld (zonder dat dit heeft geleid tot een lagere WOZ-waarde), maar X heeft zijn grief over de objectkenmerken ook pas in beroep concreet gemaakt.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:12

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 4 februari

27

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen