Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat er sprake is van voorwaardelijk opzet bij het verkeerd aangeven van de winstcorrecties wegens privégebruik auto door een belastingadviseur.
X heeft een eenmanszaak op het gebied van onder andere belastingadvies. X staat zelfstandig ingeschreven in het Register Belastingadviseurs. De inspecteur constateert bij een boekenonderzoek dat X in de jaren 2013 tot en met 2015 niet of onjuiste winstcorrecties heeft aangebracht wegens privégebruik auto. Gevolg zijn navorderingsaanslagen IB/PVV over die jaren met vergrijpboetes wegens voorwaardelijke opzet. In de bezwaarfase zijn de opgelegde boetes gematigd. X gaat in beroep.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt wat betreft de vergrijpboetes vast dat X, als belastingadviseur, moet hebben geweten dat zijn aangiftes op dit onderdeel onjuist waren. Hij heeft willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat de aanslagen tot te lage bedragen zouden worden vastgesteld. X kon en mocht ten tijde van het doen van aangiftes, naar objectieve maatstaven gemeten, redelijkerwijs niet menen dat de door hem bepleite uitleg en daarmee de door hem gedane aangiftes juist waren. De vergrijpboete bij de IB/PVV 2013 wordt wel verminderd omdat de inspecteur van een te hoge grondslag is uitgegaan. Voor het overige worden de vergrijpboetes verminderd vanwege overschrijding van de redelijke termijn voor de behandeling van de zaken in eerste feitelijke instantie.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 13 juli
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel