De Hoge Raad oordeelt dat verhuiskosten zakelijk zijn als de verhuizing noodzakelijk is voor de ondernemingsuitoefening of als het belangrijkste oogmerk van de verhuizing het beperken van toekomstige ondernemingskosten is.

Belanghebbende, de heer X, is een gediplomeerde registerloods en treedt in 2006 toe tot een maatschap van registerloodsen. Voorheen was X in loondienst werkzaam. In 2008 verhuist X vanwege zijn werk naar een andere plaats. In geschil is of X terecht de verhuiskosten ten laste van zijn winst brengt. Rechtbank ‘s-Gravenhage oordeelt dat de kosten voortvloeien uit de persoonlijke keuze van X om zich om te scholen tot registerloods. Deze hangen dus vooral samen met de verandering van levenspositie van X en behoren mitsdien tot zijn persoonlijke leven. Het maakt niet uit dat X door de verhuizing voldoet aan de voor registerloodsen geldende verplichting om binnen het werkgebied te wonen. Hof Den Haag oordeelt dat de verhuisuitgaven in weerwil van het arrest HR 24 juni 1970, nr. 16 383, BNB 1970/159, toch aftrekbaar zijn. Dat arrest ging over een kandidaat-notaris in loondienst, die elders notaris was geworden en vervolgens moest verhuizen. De uitgaven van X hebben namelijk ontegenzeggelijk een zakelijke band met zijn onderneming. De Staatssecretaris van Financiën gaat in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat verhuiskosten zakelijk zijn als de verhuizing noodzakelijk is voor de ondernemingsuitoefening of als het belangrijkste oogmerk van de verhuizing het beperken van toekomstige ondernemingskosten is. Anders dan uit het arrest BNB 1970/159 zou kunnen worden afgeleid, kan van een verhuizing in het kader van de onderneming ook sprake zijn bij de aanvang van de ondernemingsuitoefening. Gelet op de vaststelling van het hof dat X voor zijn werkzaamheden als registerloods dient te wonen of te verblijven binnen het werkgebied en dat X na zijn toetreden tot de maatschap om die reden heeft besloten te verhuizen naar een plaats binnen dat werkgebied en zijn oude woning te koop heeft gezet, is sprake van in aftrek komende verhuiskosten. Het beroep van de Staatssecretaris is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 8

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Wet inkomstenbelasting 2001 3.17

 

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 14 juli

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen