Belanghebbende, Granton Advertising bv (hierna: Granton), houdt zich bezig met de uitgifte en verkoop van Grantoncards. De houder hiervan krijgt kortingen bij restaurants, bioscopen, hotels en sauna's. De Grantoncard is niet inwisselbaar voor geld of producten, doch is wel overdraagbaar. Om de kaarten te kunnen uitgeven en te verkopen, sluit Granton met de betreffende bedrijven een overeenkomst. Granton krijgt van deze bedrijven geen vergoeding en zij ontvangt van deze bedrijven ook geen vergoeding. De kaarten worden via verkoopkantoren aan consumenten verkocht. De inspecteur heeft aan Granton een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 643.567. In geschil is of de uitgifte en verkoop van de kaarten onder de vrijstelling van art. 11 lid 1 onderdeel i onder 2° dan wel onderdeel j onder 2° Wet OB 1968 valt. Rechtbank Breda verklaart het beroep van Granton ongegrond. Hof 's-Hertogenbosch twijfelt echter en besluit prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (V-N 2012/63.14).
Advocaat-Generaal HvJ EU Kokott is van mening dat de Grantoncard geen ‘ander waardepapier' is in de zin van art. 13, B, sub d, punt 5 en ook geen ‘ander handelspapier' in de zin van art. 13, B, sub d, punt 3, van de Zesde richtlijn. De uitgifte en verkoop van een dergelijke kaart is dus niet vrijgesteld van btw-heffing. Onder het begrip ‘waardepapier' vallen twee soorten rechten: het recht van deelneming in een vennootschap en het recht op geld jegens een schuldenaar. Onder het begrip ‘ander waardepapier' vallen dus slechts derivaten van deze rechten, zoals opties en termijncontracten. Onder ‘andere handelspapieren' kunnen enkel die rechten worden begrepen die, zonder een schuldvordering of een cheque te zijn, een recht op een bepaalde geldsom verlenen. Het gebruik door de consumenten van de Grantoncard leidt volgens de A-G niet tot aanvullende heffing van btw. De betreffende bedrijven krijgen namelijk geen vergoeding van Granton en zij hebben de kaarten ook niet zelf verkocht.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
Editie: 25 oktober