Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de tariefstelling havengelden onredelijk uitpakt voor zover waterverplaatsing wordt belast die in werkelijkheid niet veroorzaakt wordt of kan worden door het schip.

X is het niet eens met een aanslag havengeld voor het gebruik van het Twentekanaal met zijn schip.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de tariefstelling havengelden onredelijk uitpakt voor zover waterverplaatsing wordt belast die in werkelijkheid niet veroorzaakt wordt of kan worden door het schip. Het tarief in de verordening sluit aan bij de waterverplaatsing van het schip. Onder waterverplaatsing wordt verstaan de in kubieke meters uitgedrukte waterverplaatsing bij de grootste toegelaten diepgang van het vaartuig volgens een geldige meetbrief, waarbij de in aanmerking te nemen diepgang wordt afgetopt op 2,8 meter. Het schip van X wordt belast voor een waterverplaatsing behorend bij een diepgang van 2,8 meter. Die waterverplaatsing kan echter nooit worden behaald in het Twentekanaal aangezien de maximale diepgang daar 2,6 meter is. Het hof acht het tarief onredelijk en willekeurig voor zover er meer waterverplaatsing wordt belast dan daadwerkelijk mogelijk is. Het hof vermindert de aanslag van X naar het bedrag corresponderend met een maximale diepgang van 2,6 meter.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 6 mei

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen