X is het niet eens met de WOZ-waarde 2019 van zijn maisonnette. X bepleit verlaging van € 155.000 naar € 153.000.
Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende inzicht heeft gegeven in de index die hij hanteert bij het terugrekenen van de verkoopcijfers van referentiewoningen naar de waardepeildatum. De heffingsambtenaar heeft in zijn nader stuk en ter zitting toegelicht dat hij tot het gehanteerde percentage van 4,96 is gekomen door de verkoopcijfers binnen de gemeente van de categorie gestapeld gebouwde woningen te nemen en deze te middelen voor de periode 2017 en 2018. De heffingsambtenaar heeft met deze lijst inzicht gegeven in de gemaakte keuzes en van de daarbij gebruikte gegevens en aannames en daarmee in het door hem gehanteerde percentage. Van een “black box”- situatie als bedoeld in het arrest van de Hoge Raad van 17 augustus 2018, ECLI:NL:HR:2018:1316, V-N 2018/42.18 is geen sprake. Het hof oordeelt dat de gemeente ook verder de WOZ-waarde aannemelijk heeft gemaakt en verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 6 mei