X werkt, in een ploegendienst, fulltime (33 uur per week) bij D. In 2005 start hij met het houden van twee schapen. De schaapskudde groeit gestaag naar 250 schapen in 2014. De kudde groeit met name sinds 2011, omdat X in dat jaar zijn eigen woning heeft verkocht en eindelijk een woning met twee stallen en cultuurgrond kan kopen, waardoor hij zijn ambitie om een onderneming te starten kan realiseren. Op 15 februari 2012 verkrijgt X het recht van erfpacht op een perceel weiland. In geschil is of de vrijstelling van art. 15 lid 1 onderdeel q WBR van toepassing is. De inspecteur is namelijk van mening dat er geen sprake is van een bedrijfsmatige exploitatie.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X ter zake van de verkrijging van het recht van erfpacht een beroep kan doen op de vrijstelling van overdrachtsbelasting. Volgens de rechtbank is er namelijk wel degelijk sprake van een bedrijfsmatige exploitatie. De rechtbank hecht er daarbij belang aan dat X al jaren zijn veestapel wilde uitbreiden, maar dat het daar niet van kwam omdat de verkoop van de eigen woning maar niet lukte. De rechtbank is dan ook van mening dat er, gezien de door X naar voren gebrachte feiten, op 15 februari 2012 al sprake was van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid, en dat er sprake was van deelname in het economische verkeer met het oogmerk om winst te behalen. Het gelijk is aan X.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 5 april