Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat bij het toekennen van een immateriële schadevergoeding kan worden volstaan met de wegingsfactor 0,5. In dit geval is echter ook de boete verminderd. Het incidentele beroep van de inspecteur is dus ongegrond.

X is vanaf 31 januari 2017 houder van een Land Rover die tot haar bedrijfsvoorraad behoort. De volgende dag wordt geconstateerd dat met de auto gebruik van de weg wordt gemaakt, terwijl deze is voorzien van het handelaarskenteken van X. Volgens de bestuurder heeft hij de auto van zijn vader geleend omdat hij het leuk vindt om een stukje in zijn dure auto te rijden. In geschil is de mrb-naheffingsaanslag over 2 februari 2016 tot en met 1 februari 2017, alsmede de 100% verzuimboete van € 424. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant mag een handelaarskenteken uitsluitend worden gebruikt in het kader van de eigen bedrijfsactiviteiten. X maakt niet aannemelijk dat dit het geval is geweest. Vanwege het overschrijden van de redelijke termijn wordt de boete wel met 10% gematigd en krijgt X een immateriële schadevergoeding van € 1000. In hoger beroep worden de gemachtigde van X en twee bv's geweigerd wegens onbetamelijk taalgebruik. De inspecteur stelt in zijn incidentele hoger beroep dat de rechtbank voor de proceskostenvergoeding de wegingsfactor 0,5 had moeten toepassen in plaats van 1.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat bij het toekennen van een immateriële schadevergoeding kan worden volstaan met de wegingsfactor 0,5. In dit geval is echter ook de boete verminderd. Het incidentele beroep van de inspecteur is dus ongegrond. De weigering van de voormalige gemachtigde blijft in stand. De weigering van de betrokken bv's wordt ambtshalve ingetrokken (zie HR 29 januari 2021, 20/02446, V-N 2021/7.16). De immateriële schadevergoeding is door de minister niet binnen vier weken na de uitspraak van de rechtbank aan X uitbetaald. De wettelijke rente daarover gaat lopen vier weken na de openbaarmaking van de rechtbankuitspraak tot aan de dag van algehele voldoening. Omdat X voor de rechtbank echter geen aanspraak heeft gemaakt op vergoeding van wettelijke rente over de immateriële schadevergoeding, leidt dit niet tot een gegrond hoger beroep en niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet bestuursrecht 8:25

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 17 november

27

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen