De IB-aangiften 2017 van belanghebbende, X, en zijn partner, Y, worden opgelegd met dagtekening 1 juni 2018 en 6 juni 2018. In 2019 dient X nogmaals een IB-aangifte 2017 in. Hij wil hiermee de verdeling van de grondslag voor sparen en beleggen wijzigen.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de aan X en Y opgelegde IB-aanslagen onherroepelijk vaststaan. Er is niet tijdig bezwaar gemaakt tegen de aanslagen. De onderlinge verhouding ter zake van het box 3-inkomen kan dan niet meer worden gewijzigd. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 2.17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 11 juni