Belanghebbende, X, is huurder van een woning in de gemeente Amsterdam. X komt in bezwaar, beroep en hoger beroep tegen de WOZ-waarde 2016.
Hof Amsterdam oordeelt dat de eigenaar van de door X gehuurde woning in de WOZ-procedure bij het hof mag deelnemen zonder dat zij eerst bezwaar heeft gemaakt. De eigenaar mag als derde-belanghebbende als bedoeld in art. 8:26 lid 1 Awb aan het geding deelnemen. Als in een procedures met drie partijen (de heffingsambtenaar en de eigenaar en huurder van de woning) een van de partijen in een slechtere positie komt te verkeren, dan is dit niet in strijd met het verbod op reformatio in peius. Overigens is X sowieso niet in een slechtere positie gekomen nu de eigenaar van de woning concludeert tot handhaving van de beschikte WOZ-waarde. Het hof oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning niet op een te hoog bedrag is vastgesteld en verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Algemene wet bestuursrecht 8:26
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 27 oktober