Belanghebbende, X, besluit tijdens zijn studententijd samen met een studiegenoot een stichting op te richten om het pand te kopen, waarin zij wonen. Jaren later wordt door de stichting een ander gebouw gekocht. X verkrijgt (met zijn studiegenoot) van de stichting het recht om dit gebouw te koop aangeboden te krijgen voor dezelfde prijs als waarvoor de stichting het gebouw (van een derde) heeft gekocht. In 2008 wil de stichting het gebouw aan een derde verkopen. X (en zijn studiegenoot) zien af van het recht om het gebouw te koop aangeboden te krijgen, maar bedingen dat zij ieder de helft van de boekwinst op de verkoop van het gebouw van de stichting ontvangen. In geschil is de vraag of de ontvangst van de helft van de verkoopwinst bij belanghebbende belast is als resultaat uit overige werkzaamheden.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in navolging van de rechtbank dat de inspecteur de door de stichting uitgekeerde verkoopwinst van het gebouw terecht tot het resultaat uit overige werkzaamheden van X heeft gerekend. Het hof verwerpt de stellingen van X dat de stichting transparant was en dat X en zijn studiegenoot het economische eigendom van het gebouw hadden. Nu het voordeel voortvloeit uit de bestuurdersfunctie van X bij de stichting, heeft de inspecteur dit voordeel terecht belast als resultaat uit overige werkzaamheden.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 16 november