Belanghebbende, X, exploiteert een winkel in een pand dat hij huurt van mevrouw E. E woont boven de winkel. In het voorjaar van 2006 geeft E aan X aan dat zij de woning gaat verlaten en biedt zij het pand voor € 750.000 te koop aan X aan. Na ondertekening van de koopovereenkomst biedt X het pand te koop aan. Het pand wordt op 31 mei 2006 aan X geleverd, waarna X het aan Z levert. Z betaalt € 1 mln voor het pand. De inspecteur is van mening dat er sprake is van ROW en corrigeert de aangifte.
Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat er ten aanzien van de aan- en verkoop van het pand sprake is van het rendabel maken van het pand door gebruikmaking van voorkennis of daarmee vergelijkbare bijzondere vormen van kennis. De rechtbank acht daarbij van belang dat X in een relatief korte periode een aanzienlijk voordeel heeft gerealiseerd. In samenhang met het opzeggen van de huurovereenkomst acht de rechtbank het aannemelijk dat X bij de aankoop van het pand redelijkerwijs kon verwachten dat hij het pand met een aanzienlijke winst kon doorverkopen. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage
Editie: 27 november