Belanghebbende, X, fungeert als gastouder voor haar kleinkinderen. In 2007 ontvangt zij hiervoor een vergoeding van ruim € 17.000. In haar IB-aangifte vermeldt ze de inkomsten uit de kinderopvang niet. De inspecteur legt een IB-navorderingsaanslag op aan X in verband met deze inkomsten. X stelt dat de inspecteur niet over een nieuw feit beschikt, en dat de inkomsten niet zijn belast.
Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de inspecteur terecht een navorderingsaanslag heeft opgelegd voor de niet-verantwoorde inkomsten uit kinderopvang. De rechtbank verwerpt daarbij de berekening van de kosten die X heeft gemaakt. Het betreft namelijk een theoretische berekening van (fictieve) kosten en geeft geen inzicht in de kosten die X eventueel heeft gemaakt. De rechtbank is het verder niet met X eens dat er geen nieuw feit aanwezig is. De inspecteur heeft namelijk slechts de aangifte, die een verzorgde indruk maakte, gevolgd. De navorderingsaanslag blijft in stand.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage
Editie: 27 november