Vof X houdt zich bezig met het verrichten van transportwerkzaamheden en doet op grond van een zogenoemde internet-aangifteovereenkomst via internet aangifte voor de BZM. Op 12 maart 2012 om 11.06 uur is tijdens een controle geconstateerd dat met een vrachtauto van vof X in Nederland gebruik is gemaakt van de autosnelweg terwijl op die dag pas om 16.43 uur, via internet aangifte is gedaan. De verschuldigde BZM van € 8 is, conform de internet-aangifteovereenkomst, na afloop van de maand maart 2012 automatisch afgeschreven van de bankrekening van vof X. Met dagtekening 18 april 2012 heeft de inspecteur de in geschil zijnde naheffingsaanslag BZM van € 8 aan vof X opgelegd met een verzuimboete van € 246 wegens het niet tijdig betalen van de verschuldigde belasting. Vof X komt in beroep tegen de verzuimboete. Rechtbank Arnhem overweegt dat omdat vaststaat dat vof X de verschuldigde BZM via de automatische incasso op reguliere wijze heeft betaald, zich in dit geval geen betalingsverzuim voordoet in de zin van paragraaf 36, tweede lid, van het BBBB. Volgens de rechtbank is de verzuimboete in strijd met deze beleidsregel van het BBBB opgelegd en moet deze worden vernietigd. Aan dit oordeel doet niet af dat vof X wel een verzuim heeft begaan door pas na aanvang van het gebruik van de autosnelweg aangifte BZM te doen. De opgelegde verzuimboete heeft echter betrekking op een betalingsverzuim, hetgeen een andere beboetbare gedraging is dan het door vof X begane aangifteverzuim. Het beroep van vof X is gegrond.
Wetsartikelen:
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 36
Wet belasting zware motorrijtuigen 13
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Oost-Nederland
Editie: 21 januari