Rechtbank Zutphen oordeelt dat de verordening reclamebelasting van de gemeente Harderwijk onverbindend is, omdat sprake is van willekeurige belastingheffing. 

Aan X is een aanslag reclamebelasting opgelegd door de gemeente Harderwijk. De reclamebelasting wordt in het centrumgebied uitsluitend geheven van openbare aankondigingen die zijn aangebracht aan de buitenkant van de gevel; openbare aankondigingen in etalages en achter winkelramen worden niet in de heffing betrokken. In beroep is in geschil of de verordening onverbindend is.  

Rechtbank Zutphen oordeelt dat sprake is van willekeurige belastingheffing. De rechtbank volgt hiermee Hof 's-Gravenhage (LJN BW8486), dat oordeelde dat, door de heffing van reclamebelasting te beperken tot aan de gevel aangebrachte openbare aankondigingen, sprake is van willekeurige belastingheffing. Een groot deel van in het centrumgebied aanwezige openbare aankondigingen is daarmee niet in de heffing van reclamebelasting betrokken. In de Verordening is bovendien een vrijstelling opgenomen voor borden kleiner dan 0,5 m 1 waarbij het bord of de aankondiging niet meer vermeldt dan de naam, het beroep of de aard van het bedrijf, eventueel aangevuld met enige zakelijke mededeling hierop betrekking hebbende. Ook op dit punt is sprake van willekeurige belastingheffing. Dat vanwege de perceptiekosten voor deze vrijstelling is gekozen kan de rechterlijke toetsing niet doorstaan, omdat voor de vraag of aan de vrijstelling wordt voldaan de grootte van de eventueel vrij te stellen openbare aankondiging moet worden opgenomen en gecontroleerd. Zonder nadere onderbouwing kan geen grond gevonden worden voor het oordeel dat voor het met de vrijstelling gemaakte onderscheid een objectieve en redelijke rechtvaardiging aanwezig is. De verordening is onverbindend.

 

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Zutphen

Editie: 21 januari

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen