In het kader van het Rekeningproject legt de inspecteur IB-(navorderings)aanslagen over de jaren 1992 tot en met 2000 en 2003 op aan belanghebbende, X. Verder legt hij ook VB-navorderingsaanslagen op voor de jaren 1993 tot en met 2000. De inspecteur baseert zich hierbij op gegevens die van de Belgische autoriteiten afkomstig zijn (Rekeningenproject). X is het echter niet eens met de aanslagen. Hij stelt dat hij niet beschikt over een bankrekening bij de KB Lux. Rechtbank Haarlem beslist dat er van kan worden uitgegaan dat de gegevens die de inspecteur uit België heeft verkregen, juist zijn. De rechtbank handhaaft de (navorderings)aanslagen maar vermindert de opgelegde boeten nog wel in verband met termijnoverschrijding. In hoger beroep is onder andere in geschil of X terecht is aangemerkt als houder van KB-Luxrekeningen.
Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat X houder is geweest van de KB-Luxrekeningen. Volgens het hof is de bij de identificatie gebruikte onderzoeksmethode namelijk betrouwbaar. Verder vermindert het hof nog navorderingsaanslagen omdat de inspecteur een onjuiste correctie heeft gebruikt en worden de opgelegde boeten verminderd in verband met termijnoverschrijding.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47