Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de gemeente het gelijkheidsbeginsel heeft geschonden door een groep potentiële belastingplichtigen geen aanslag rioolheffing op te leggen. De aan X opgelegde aanslag van € 106.963 komt daarmee te vervallen.

X komt in bezwaar en beroep tegen een aanslag rioolheffing van € 106.963. Zij beroept zich op het gelijkheidsbeginsel als beginsel van behoorlijk bestuur.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de gemeente het gelijkheidsbeginsel heeft geschonden door een groep potentiële belastingplichtigen geen aanslag rioolheffing op te leggen. De aan X opgelegde aanslag van € 106.963 komt daarmee te vervallen. X heeft gemotiveerd gesteld dat de gemeente voor 433 WOZ-objecten geen aanslagen heeft opgelegd. De heffingsambtenaar heeft slechts in algemene bewoordingen gesteld dat een deel van deze objecten mogelijk niet onder het belastbare feit van de rioolheffing valt. De heffingsambtenaar heeft toegezegd een specificatie (verschillenlijst) van deze 433 objecten aan te leveren, maar is deze toezegging niet nagekomen. De heffingsambtenaar heeft de verdenking dat hier sprake is van begunstigend beleid niet kunnen wegnemen. De rechtbank gaat voorbij aan de stelling van de heffingsambtenaar dat het beleid niet bewust begunstigend was, maar berustte op een onjuiste rechtsopvatting van het begrip ‘indirecte aansluiting’. De rechtbank vernietigt de aan X opgelegde aanslag.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 30 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen