Belanghebbende, X, produceert eierproducten. Voor het vaststellen van de zuiveringsheffing is X sinds 2008 ingedeeld in klasse 8 van de Tabel afvalwatercoëfficiënten. Uit een door het Wetterskip Fryslân verricht onderzoek naar het afvalwater dat X afvoert op het riool blijkt dat het afvalwater veel meer vervuiling bevat dan hoort bij de afvalwatercoëfficiënt waarin X is ingedeeld. De heffingsambtenaar van het Noordelijk Belastingkantoor legt daarom (navorderings)aanslagen zuiveringsheffing op aan X. X is het hier niet mee eens. Zij stelt onder andere dat de Verordeningen op grond waarvan de (navorderings)aanslagen zijn opgelegd onverbindend zijn.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat voor de NEN-normen, waarnaar in de Verordeningen 2012 - 2016 wordt verwezen, niet wordt voldaan aan het kenbaarheidsvereiste. Volgens de rechtbank is namelijk pas voldaan aan het kenbaarheidsvereiste als in de Verordening zelf is bepaald dat het normblad NEN ter inzage is gelegd. Nu de Verordeningen 2012 - 2016 niet een dergelijke bepaling bevatten, is niet voldaan aan het kenbaarheidsvereiste. De terinzagelegging van de NEN-normen op 22 december 2016 kan ten aanzien van de Verordeningen 2012 - 2016 ook niet gelden als bekendmaking van de NEN-normen. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat de NEN-normen van belang zijn voor de opgelegde (navorderings)aanslagen en dat de Verordeningen 2012 - 2016 onverbindend zijn. De rechtbank vernietigt de (navorderings)aanslagen.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 30 december