X werkt 32 uur per week als manager in loondienst. Daarnaast exploiteert X in een eenmanszaak een atelier en een galerie. In zijn aangiften IB/PVV 2012 en 2013 claimt X de zelfstandigenaftrek. De inspecteur accepteert de zelfstandigenaftrek voor beide jaren niet omdat niet voldaan is aan het urencriterium. X komt in beroep.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat X in beide belastingjaren niet voor de zelfstandigenaftrek in aanmerking komt omdat niet voldaan is aan het urencriterium. Met de overgelegde digitale agenda van het jaar 2012 maakt X niet aannemelijk dat hij voldoet aan dit urencriterium. Die agenda bevat uitsluitend hele gewerkte uren, een specificatie van de werkzaamheden ontbreekt. X maakt niet aannemelijk dat de door hem gemarkeerde uren daadwerkelijk zijn besteed aan werkzaamheden in het kader van de onderneming. Voor het jaar 2013 heeft X helemaal geen bewijsmiddelen overgelegd. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.6
Wet inkomstenbelasting 2001 3.76
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 26 mei