Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat, nu achteraf is gebleken dat het APV ten tijde van de inbreng van de aandelen niet op Curaçao maar in Nederland is gevestigd, de inspecteur beschikt over een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X brengt in 2010 een deel van de door haar gehouden soortaandelen in een bv, in een naar het recht van Curaçao opgericht afgescheiden particulier vermogen (APV). De inbreng is de eerste stap in een plan, bedacht door structuuradviseur A, om de aanmerkelijkbelangclaim af te schudden. Na deze inbreng is de feitelijke leiding van het APV verplaatst naar Malta. De ‘belastingconstructie’ van A is ook bij andere aandeelhouders van de bv toegepast. In 2014 stelt de Belastingdienst een boekenonderzoek in naar de vestigingsplaats van het APV. Als blijkt dat het APV in Nederland is gevestigd, legt de inspecteur een navorderingsaanslag IB 2010 op waarbij hij het inkomen uit aanmerkelijk belang corrigeert.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant en in hoger beroep Hof 's-Hertogenbosch (V-N Vandaag 2018/2491) oordelen dat, nu achteraf is gebleken dat het APV ten tijde van de inbreng niet op Curaçao maar in Nederland is gevestigd, de inspecteur beschikt over een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt. Van een ambtelijk verzuim is geen sprake. Het hof oordeelt ten overvloede dat navordering ook mogelijk is op grond van kwade trouw, omdat de structuuradviseur A kwade trouw is te verwijten doordat hij, ondanks zijn bekendheid met de feitelijke gang van zaken, de invulinstructie voor de IB 2010 aan X heeft verstrekt waarbij niet Nederland maar Curaçao en Malta zijn vermeld als vestigingsplaats van het APV. Die kwade trouw moet aan X worden toegerekend. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Lees ook het thema Navordering

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 26 mei

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen