Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat X, een advocaat die het loon uit zijn eigen vennootschap X bv niet geheel heeft ontvangen, toch hierover inkomstenbelasting verschuldigd is. Het loon is namelijk vorderbaar en inbaar. Bovendien is de loonvordering niet in waarde gedaald.

Belanghebbende X is werkzaam als advocaat via X bv. Het overeengekomen loon wordt niet geheel door deze vennootschap aan X uitbetaald. X stelt zich op het standpunt dat dit loon dan ook niet belastbaar is. En zo wel, dan heeft hij hierdoor een vordering op X bv die mag worden afgewaardeerd ten laste van zijn inkomen. De inspecteur wijst dit af.

Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat het loon vorderbaar is aangezien het tussen partijen is overeengekomen. Daarnaast is het inbaar indien betaling direct kan plaatsvinden dan wel er een mogelijkheid is voor de werknemer om zijn loonvordering te verrekenen met een schuld aan de vennootschap. Dit laatste is het geval nu X bv in de onderhavige jaren nog aanzienlijke bedragen te vorderen heeft van X. Dit is ook de reden dat afwaardering van de loonvordering niet opportuun is. X kan namelijk zijn vordering in de bewuste jaren direct en volledig verrekenen met zijn schuld aan X bv. Van enige waardevermindering van deze vordering kan hierdoor geen sprake zijn.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.92

Wet op de loonbelasting 1964 13a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 26 mei

100

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen