De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Leijten (SP) over de belasting die letselschadeslachtoffers moeten betalen omdat de vergoeding vanwege letselschade als vermogen wordt gezien.
Hij stelt dat letselschadevergoedingen in de regel als een eenmalig bedrag worden uitgekeerd en dat ze onder de box 3-grondslag van de Wet IB 2001 vallen. De vermogensrendementsheffing is een belasting op het inkomen uit vermogen. De herkomst van het vermogen is hierbij niet van belang. Voor de rendementsgrondslag is het niet van belang of een vergoeding vanwege letselschade een tegemoetkoming is om te kunnen voorzien in de kosten van levensonderhoud.
Letselschadevergoedingen kunnen betrekking hebben op een zeer lange periode, zeker wanneer vanaf jonge leeftijd uitgekeerd wordt voor schade met een looptijd van tientallen jaren. Het Verbond van Verzekeraars (Verbond) stelt dat verzekeraars, ingeval van een uitkering in één som, het fiscale stelsel dat geldt in het jaar van uitkering gebruiken bij berekening van de uit te keren schadevergoeding. Hierbij wordt geen rekening gehouden met mogelijke wijzigingen in (fiscale) wetgeving in de toekomst daar deze ongewis zijn. Ingeval van een uitkering op periodieke basis kunnen wijzigingen in (fiscale) wetgeving die zich voordoen, worden verdisconteerd in de toekomstige uitkeringen. Uitkeringen op periodieke basis komen volgens het Verbond in de praktijk echter zelden voor, onder meer omdat slachtoffers doorgaans een voorkeur hebben voor een uitkering in één som.
Tot slot deelt de staatssecretaris mee dat hij niet van plan is in een uitzondering voor letselschadevergoeding voor de grondslag sparen en beleggen te voorzien.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 14 juni